Er doen veel verschillende verhalen de ronde over hoe het getal ‘420’ (oftewel 'four-twenty') precies met marihuana werd geassocieerd. De term wordt inmiddels veel gebruikt, over de de hele wereld als verwijzing naar marihuana. Tegenwoordig is 20 april zelfs een dag waarop cannabisliefhebbers wereldwijd samenkomen en vieren. (In Noord-Amerika wordt eerst de dag en dan de maand gebruikt om data te noteren, dus 4/20 = 20 april.) Hier zijn enkele van de mythen over hoe 420 synoniem werd voor wiet:
420 is in geen enkele staat van de Verenigde Staten een politiecode voor marihuana, ook niet in California. In Los Angeles is 420 de code die wordt gebruikt voor feestjes en getuigen van verkeersbotsingen. In Las Vegas wordt 420 als code voor moord gebruikt. 420 is code voor een breed scala aan delicten in de Verenigde Staten, maar geen enkele daarvan heeft met wiet te maken.
Volgens sommige stoners is het liedje genaamd “Rainy Day Women # 12 and 35” van Bob Dylan de oorsprong van 420. In het lied herhaalt Dylan aan het einde van elk couplet: “everybody must get stoned”. Daarbij krijg je 420 als je 12 en 35 vermenigvuldigt.
Het is moeilijk om elke chemische verbinding in cannabis te identificeren. Er zijn door verschillende onderzoekers en websites uiteenlopende inschattingen gedaan over hoeveel er in wiet te vinden zijn. De algemene consensus is echter dat dit getal hoger ligt dan 420.
De “Hitchhiker’s Guide” van Douglas Adams is een hilarische en geliefde reeks boeken. Het is een trip om deze reeks te lezen. Volgens sommige cannabisliefhebbers komt 420 uit het hoofdstuk waarin aan een supercomputer genaamd Deep Thought wordt gevraagd wat het antwoord is op ‘het leven, het universum en alles’. Het antwoord van Deep Thought: “42”. Het zou goed kunnen dat wiet het antwoord is op het leven, maar dit is niet de oorsprong van 420.
Er bestaat geen algemeen erkende tijd in Nederland waarop iedereen een jointje aansteekt. Toch is 420 inmiddels een internationaal symbool geworden, dus er zijn mensen die dit symbool eer aan doen door er een punt van maken om in een coffeeshop een lekkere toeter te roken als de klok 4:20 slaat.
De term "420" is in 1971 in San Rafael, Californië ontstaan. Vijf vrienden hingen regelmatig bij een muur (‘wall’ in het engels) buiten hun middelbare school en kregen daarom de bijnaam ‘The Waldos’. De Waldos hadden gehoord dat iemand van kustwacht een tuin vol cannabisplanten had in de buurt van het kustwachtstation Point Reyes Peninsula, dat deze persoon de wiet in deze tuin niet kon oogsten en de tuin daarom in de steek had gelaten.
De Waldo’s spraken af elkaar om 4:20 te ontmoeten, na hun buitenschoolse sportactiviteiten om op zoek te gaan naar de vermeende tuin vol met wiet. Ze vonden de tuin niet. Ze bleven echter doorzoeken, en ontmoetten elkaar steevast elke dag om 4:20, blowden de hele weg naar het kustwachtstation en de zoektocht lang. De tuin met gratis wiet hebben ze nooit gevonden, maar ze zijn 420 blijven gebruiken als een code voor dingen als: “Ben je stoned?” en “Heb je wiet?”. Hun ouders en leraren hadden geen idee wat 420 betekende.
De uitdrukking verworf bekendheid door de Grateful Dead. De band oefende vaak in San Rafael, en een van de Waldos raakte bevriend met Phil Lesh, de bassist. De Waldos en de Grateful Dead hebben samen veel gehangen en geblowd, en de Waldos gebruikten hun 420 code ook in het gezelschap van de Grateful Dead. De band begon de term te gebruiken, en zo werd 420 door hun fanbase verspreid.
Uiteindelijk hoorde ook 'The High Times', een tijdschrift voor cannabisliefhebbers, over de code en begon deze constant in het tijdschrift te gebruiken. Dit maakte dat de uitdrukking zich als een vuurtje verspreidde. In de jaren ‘90 werd de code door de hele Verenigde Staten gebruikt.